Mei 2025 - geschreven in opdracht van Zuidwest Media | Vermeulen Steenbergen
In de weidse polders rond Ouderkerk aan den IJssel huppelen ze: schattige wit-rode lammetjes van een oer-Hollands schapenras. Niet iets wat je dagelijks ziet in de Krimpenerwaard, waar vooral het witte Texelaarschaap en de zwartbonte koe gangbaar zijn. Liefhebster Jeanet de Looff-Strijbos fokt hier Drentse Heideschapen, het oudste schapenras van Nederland.
Sober ras
“Helaas zijn er niet zoveel rastypische Drentse heideschapen meer. Door de jaren heen veranderde hun uiterlijk, door kruisingen met Schoonebeeker schapen. Met de rasvereniging proberen we het oude oorspronkelijke type weer terug te krijgen. Door streng te selecteren krijgen we beetje bij beetje de originele kenmerken weer terug. We letten daarbij op bouw, de stand van de benen, het uiterlijk van de kop, de lengte van de staart en het gebit. En bij de rammen zijn de hoorns belangrijk, die mogen niet te dicht bij de kop zitten. Het zijn sobere, sterke schapen die goed gedijen in ruigere gebieden. Ik vind het ook mooie schapen om te zien”, vertelt de foktster. “Die lange vachten, en kijk ook eens naar de prachtige gedraaide hoorns!”
Bijzonder schaap
“Deze schapen hebben er voor gezorgd dat het arme Drentse landschap geschikt werd om voedsel op te verbouwen. Ze knabbelden aan de begroeiing zodat er open vlaktes ontstonden, maakten de grond vruchtbaar met hun mest en versterkten de bodem door erover te trippelen. Ze hebben veel voor Nederland betekend. We willen dit ras niet verloren laten gaan. Het is toch een soort cultureel erfgoed.”
Een hobby voor hond Wish
Jeanet groeide op in deze polder, op de boerderij die al generaties lang in de familie is. “Ik heb de genen van mijn opa, een grote dierenvriend. We houden allemaal zielsveel van het platteland, het boerenleven en onze dieren. Schapen zijn er hier altijd geweest. Eerst van mijn grootouders, daarna van mijn moeder en nu ook van mij. Toen ik 9 jaar geleden mijn Australische herder Wish kreeg, wilde ik graag met haar gaan trainen. Dit soort honden haalt enorm veel plezier uit vee drijven, dus dat leek me wel wat. We hadden al gewone witte schapen achter het huis, dat kwam goed uit. Al snel bleek echter dat deze dikke schapen helemaal niet geschikt waren voor de sport. Al na een paar minuten rennen, waren ze helemaal buiten adem.”
Geschikte schapen
“Mijn instructeur wees me op het Drentse heideschaap, dat heel rank en wendbaar is en veel uithoudingsvermogen heeft. Ik kocht er drie en noemde hen mijn Drentse Dames. Als ik toen wist waar dit toe zou leiden…”
In de jaren erna volgden er meer. Jeanet kocht er wat schaapjes bij, nam er een paar over en begon ook te fokken met haar dames. Ze raakte actief betrokken bij de rasvereniging en gaat naar keuringen. “Nu heb ik er rond de veertig! De lammeren met de beste kenmerken mogen blijven om verder mee te fokken. Voor de rest zoek ik waar mogelijk een goed tehuis, bijvoorbeeld bij liefhebbers of kennissen van de vereniging.”
Fokken is soms keuzes maken
Vorig jaar nam Jeanet een drastisch besluit. Ze zag met haar kudde niet de vooruitgang die ze voor ogen had. De lammeren waren niet goed genoeg. “Ze kregen zesjes op de keuring, geen negens. Ik heb er toen een aantal naar een begrazingsproject gebracht én er een aantal laten slachten. Zo kwam er ruimte om met de beste ooien verder te gaan en voor elk van hen op zoek te gaan naar de mooiste ram. Natuurlijk gaat me dat als dierenliefhebber aan het hart, dus ik heb er zeker een traantje om gelaten. Maar wie bepaalde raskenmerken wil terugbrengen, moet soms keuzes maken. Ik weet dat mijn dieren een heel goed leven hebben gehad. Het vlees heb ik verkocht en we eten het zelf. Dat maakt de cirkel rond.”
Niet altijd leuk
Het boerenleven is sowieso niet altijd rozengeur en maneschijn. Wie dieren heeft, weet dat het soms mis kan gaan. Zo was er vorig jaar het blauwtongvirus, waar een aantal van haar beestjes erg ziek van werden. “We hebben er alles aan gedaan om het de schapen in de ziekenboeg zo comfortabel mogelijk te maken, maar het was een verdrietige periode. Heel erg om mee te maken. En als je je realiseert dat dit elk jaar terug kan komen, snap je dat we daar niet naar uitkijken.”
Zichzelf onderhouden
Jeanet is gek op haar schapen: “Ze hebben allemaal een naam en ik ken van ieder schaap de geschiedenis. Ze weten ook precies wat ze moeten doen, omdat ik zo veel tijd met ze doorbreng.” Tegelijkertijd blijft ze nuchter: “Het zijn geen huisdieren. Toen ik met mijn Drentse Dames begon, beloofde ik mijn echtgenoot dat de schapen zichzelf zouden onderhouden. Alle kosten die ik maak, zoals voor voer, de dierenarts en de hekken, moeten ze zelf opbrengen. Dat lukt tot nu toe heel aardig, met name door hun schitterende vacht.”
Streekmarkten en workshops
“Elk voorjaar scheer ik hun winterlokken af. Wol is een prachtig, duurzaam product. Ik kan er uren over praten en vind het heerlijk om ermee te werken. De langharige wol van het Drentse heideschaap is bijzonder geschikt om te vilten. De ondervacht vormt door zeep en wrijving een dichte mat en de langere haren zorgen voor het decoratieve uiterlijk. Je krijgt zo prachtige kleden voor op de bank, of in een stoel. Ook huisdieren vinden het heerlijk om op te liggen. Daarnaast maak ik kerstballen, woltoeven, waxinelampjes met wol, gevilte zijden shawls en kussens die ik op streekmarkten verkoop. Het vilten van hele vachten doe ik in voornamelijk in opdracht. Maar je kunt bij mij ook een workshop volgen, gezellig tussen de schapen in het weiland. Via Drentsedames.nl kun je je hiervoor aanmelden.”
Een trouwe fanbase
Sinds een paar jaar post Jeanet regelmatig nieuwtjes op social media onder de naam Drentse Dames. Tot haar verbazing heeft ze inmiddels meer dan duizend fans. “Ik geniet van het buitenleven en mijn dieren, het is mindful en puur. Het is wel bijzonder om te zien dat er mensen zijn die mijn verhalen en foto’s zo leuk vinden dat ze me gaan volgen. Ze leven echt met me mee. Het is super om mijn – enigszins uit de hand gelopen – hobby zo met meer mensen te kunnen delen. En zeg nou zelf,” zegt ze wijzend op een lammetje dat met zijn vriendjes in de wei dartelt, “zo’n eigenwijs ding is toch onweerstaanbaar?”
Wie Jeanet en haar Drentse dames ook wil volgen, vindt haar op Facebook en Instagram. Of kijk op www.drentsedames.nl.
Fotografie: Vieve Beeldmakers